Stadsdichtersdag 2005

Over de Stadsdichtersdag 2005 in Lelystad en een Stap op weg naar Traditie

Terugblikkend op de Stadsdichtersdag van 30 oktober in Lelystad kan ik concluderen dat deze bijeenkomst van Stadspoëten een meer dan geslaagd evenement is geweest. Ik ben Frans Krap en Trisha van Alen, met wie ik ter realisatie van de Stadsdichtersdag de Stichting Poëtikos heb opgericht, dan ook zeer erkentelijk voor hun ondersteuning om dat allemaal mogelijk te maken. Voorts wil ik ook Patrick bedanken voor zijn onverwoestbare inzet om die dag op ieder moment en waar dan ook beschikbaar te zijn om een helpende hand te bieden. En natuurlijk Annette die met de camrecorder van hot naar her liep en John die met zijn fototoestel eveens niet stil heeft gezeten. Annette is momenteel druk bezig foto’s en filmbeelden van de Stadsdichtersdag te bewerken voor de site van Poëtikos. Dank ook aan Dick van Vulpen. Als  geluidstechnicus wist hij sprekers en dichters niet alleen in elke hoek verstaanbaar te maken maar ook geluidsopnamen te verzorgen voor Radio Lelystad.

Stadsdichtersdag 30 oktober 2005 Lelystad

Ons land kent 19 Stadsdichters die officieel door een gemeentebestuur benoemt zijn. Hoewel enkelen van hen helaas wegens ziekte en andere verplichtingen verstek moesten laten gaan maakten zij die wel present konden zijn er een Stadsdichtersdag bij uitstek van. De komst van Willie Verhegghe, Stadsdichter van het Vlaamse Ninove, gaf aan de gebeurtenis zelfs een internationaal tintje. Willie, geweldig dat je uit het toch verre Vlaanderen als enige Vlaamse Stadsdichter toch aanwezig wilde zijn. En Dick Metselaar, nog hartelijk bedankt voor het Deventer Boek. Ik heb het met plezier ingezien. Een waardevolle aanvulling van mijn bescheiden bibliotheek. En Frouwkje Zwanenburg, prachtig die geweldige ruiker uit je tuin. Kleurrijk en divers. zoals ik ook naar de voordrachten van de Stadsdichtersdag blik. En Kees Alderliesten, die haring kom ik zeker een keertje in Vlaardingen halen.

Ik heb mezelf die dag helaas te weinig tijd gegund om wat meer met mijn collegastadsdichters te babbelen over dit en over dat en wat al dies meer gezegd en gesproken had kunnen worden. Maar die mogelijkheid zal zich na deze dag beslist nog wel eens voordoen. In het gehele programma van de Stadsdichtersdag, overigens voortreffelijk gepresenteerd door Trisha van Alen, werd bewust rekening gehouden met afwisseling. Niet elke liefhebber van poëzie kan urenlang achtereen naar poëtische voordrachten luisteren. De muziek en zang, verzorgd door de Lelystadse zanger/componist Martin Weber en de vrolijke Franse muzettes van het duo Les Dénicheurs, pasten uitstekend bij de sfeer van deze Stadsdichtersdag. Heren muzikanten, geweldig. Verder wil ik Trisha nog bedanken voor de onverwachte presentatie van ‘Abrahams Legacy’, een lied dat zij heeft gecomponeerd op een van mijn teksten. Ik was er zeer verguld mee.

Burgemeester Chris Leeuwe en wethouder Tjeerd van der Zwan, die ik beiden wil bedanken voor hun komst, de burgemeester met name ook voor zijn hartverwarmende opening, toonden zich niet alleen enthousiast maar ook zeer ingenomen met de Stadsdichtersdag in Lelystad. In zijn openingswoord riep Leeuwe gemeenten op de door hen benoemde Stadsdichters meer te faciliteren. Voorts wees hij er op dat Lelystad in het centrum van ons land ligt, alleen Maastricht ligt een klein stukje verder dan andere steden, zo gaf hij ruiterlijk toe. Reden voor hem om, met deze Eerste Nationale Stadsdichtersdag als aanzet, en het idee een eerste stap op weg naar een traditie te zetten, Lelystad als de Stadsdichtersstad van ons land te presenteren. Een gedachte die ik van harte toejuich. Daarmee geef je het Stadsdichterschap en de interesse voor plaatselijke poëzie, waar dan ook, een aantrekkelijk en plezierig duwtje naar bredere belangstelling. Een kleine twee uur na zijn officiële opening, bij het in ontvangst nemen van de die dag, door Dichter des Vaderlands Driek van Wissen en Lukas Rosing van uitgeverij Kontrast in Oosterbeek gepresenteerde kersverse Stadsdichtersbundel ‘De stad en ik’, omarmde Leeuwe het idee van George Moormann om in Lelystad een documentatiecentrum van Stadsdichters onder te brengen. Zijn toezegging om daar inspanning voor te verrichten verkreeg een warm onthaal. Samen met Frans Krap en Trisha van Alen brainstormen we al een beetje, vanuit de Stichting Poëtikos, over vorm en inhoud. Maar daarbij zijn gedachten en ideeën van de Stadsdichters onontbeerlijk. Dus collega’s, en daarbij blik ik ook even in het bijzonder naar George, draag maar aan wat in jullie visie daarbij mogelijk van belang kan zijn. Ook de gedachte om een Stadsdichtersgilde in het leven te roepen passeert in onze gesprekken de revue. Maar het moge duidelijk zijn dat juist dit een aangelegenheid is die wij als Stadsdichters met elkaar vorm dienen te geven. Laat je gedachten er eens over gaan en laat het vooral weten.

Ik wil Driek van Wissen nog hartelijk danken voor zijn bijdrage aan deze Stadsdichtersdag. Zijn ‘Troonrede’, prominent aanwezig in ‘De stad en ik’, is een stimulans voor verbreiding van het Stadsdichterschap. En natuurlijk ook Lukas Rosing van uitgeverij Kontrast. Heel plezierig om zo’n enthousiaste uitgever aan je zijde te hebben.

Heel bijzonder, zo mocht ik alom vernemen, was de diversiteit in de voordrachten van de Stadsgedichten. Eigen taal en streektaal speelden her en der hun deuntje mee. Het verhoogde de sfeer en droeg bij aan het hoge niveau van de geboden poëzie. Stadsdichters, gemeentebestuurders en publiek reageerden tot ver na afloop van dit poëtisch evenement in Lelystad met geestdrift en voldoening over deze geslaagde Stadsdichtersdag. De Stichting Poëtikos staat paraat om ook volgend jaar weer een Stadsdichtersdag in Lelystad te organiseren. Samen, met elkaar, op weg naar een traditie. Het enthousiasme van Stadsdichters, publiek en bestuurlijke autoriteiten, én de inzet van de Stichting Poëtikos is daarbij een geweldige stimulans.

Stadsdichters van Nederland en Vlaanderen, bedankt voor jullie poëtische inzet om deze eerste Stadsdichtersdag in Lelystad tot een geweldig succes te maken. Alle complimenten die wij als Stichting Poëtikos mochten ontvangen zijn ook voor jullie bedoeld.

Zo’n Stadsdichtersdag in Lelystad

heeft meer om het lijf dan wat poëtisch geschrijf

en oreren over wat een stad heeft of had.

Het beklemtoont dat

dichtend schrijven over waar je woont,

niet alleen met een blik van beschouwing wordt beloond,

maar ook dat er plaatsen zijn die nog moeten ontberen

hoe een Stadsdichter het gemeenschapsleven met elkaar

in poëzie mag memoreren.

Gerard Beense

Stadsdichter van Lelystad

Bij het organiseren en presenteren van de Stadsdichtersdag 2005 in Lelystad is de Stichting Poëtikos bijzondere dank verschuldigd aan de Gemeente Lelystad, Hotel Mercure in Lelystad, de Openbare Bibliotheek in Lelystad en Radio Lelystad. Dezelfde woorden van dank gaan ook uit naar de volgende personen en bedrijven die elk op geheel eigen wijze hebben bijdragen aan de totstandkoming en invulling van de Stadsdichtersdag 2005 in Lelystad: Notaris Rein Vos, Felix Guerain, Het Nieuwland Erfgoedcentrum, De Bataviawerf, Het Aviodrome, Dennis Wolf van Wolf Interim BV, Jeroen Visser van Levago, Projektontwikkeling, Vastgoedbemiddeling, Assurantiën & Hypotheken, Jan en Lidy Post van Grafico Reclame/Advies Persbureau, Johan en Marja de Lange van Van Buuren Documentaire Systemen, Willem Buitenhuis van Giant Benelux, Meine Breemhaar van Mac 3 Park Businesscenters, Gerard Koster van de Boer Makelaardij, Frans Loos van AxiPres, Gerda, Hennie en Barrie de Troije van ABC-Lunchroom & Catering en Ruud Neerings van de Agora.

DE VOLKSKRANT:

De tijd is rijp voor de politiedichter

RECENSIE, Ed Schilders op 25 november ’05, 00:00, bijgewerkt 15 januari ’09, 16:54 Hij schijnt afkomstig te zijn uit Engeland, de stadsdichter. Niet naar het idee van de daar al sinds Ben Jonson (1619) gekende ‘Poet laureate’ (jaarlijks honorarium: 200 pond en een vaatje sherry), dat is wat wij de ‘Dichter des vaderlands’ noemen. Hij is een afleiding van de zogenaamde ‘Poets in residence’, zeg maar huisdichters, van voetbalclubs. Onlangs nog benoemde Tottenham Hotspur Sarah Wardle tot clubdichter; haar werk verschijnt in het clubblad.

Drie jaar geleden kon je de Nederlandse stadsdichters nog op één hand tellen. Jan Eijkelboom was de eerste, en wel voor Dordrecht. In de bundel De stad en ik is werk verzameld van twintig stadsdichters, waarvan slechts één uit Vlaanderen: Ninove, met werk van Willy Verhegghe die veel wielrennen in zijn poëzie doet.

Samensteller Gerard Beense, stadspoëet van Lelystad, pretendeert dan ook geenszins een compleet overzicht te geven. Alleen officieel door een gemeentebestuur aangestelde dichters werden opgenomen. In Sneek, zo schrijft Beense in zijn inleiding, is weliswaar een stadsdichter actief, hij wordt zelfs als zodanig ‘herkend’, maar hij is nog niet ‘door het college als zodanig erkend’. Ook in Olst-Wijhe gaan de bestuurderen niet over één nacht ijs ter zake van poëzie. Daar ‘loopt dit jaar een proef met het plaatsen van gedichten op de gemeentepagina’. Je kunt maar nooit weten.

Veiligheidshalve heeft het gemeentebestuur van Tilburg drie jaar geleden een stadsdichterschap in het leven geroepen voor de duur van twee jaar. Die stad is dus al aan zijn tweede laureaat toe (Nick J. Swarth), maar de eerste, Jace van de Ven, vinden we niet in de bloemlezing. Wat jammer is, al was het alleen maar om het gemis van Van de Vens eerste gedicht in functie: indrukwekkende troostverzen bij het overlijden van Tilburgs toenmalige burgemeester Johan Stekelenburg.

Werk van stadsdichters is uit de aard van de functie vaak sterk lokaal geïnspireerd. Waar nodig heeft de samensteller daarom toelichtingen opgenomen, maar in de meeste gevallen is bekendheid met de locatie geen voorwaarde om het gedicht te kunnen waarderen.

Het gaat dus goed met de stadsdichters in Nederland. Het lijkt zelfs tijd voor voetbalclubdichters, mits officieel benoemd. En een tip: voormalig voetbalclubdichter Ian McMillan (Barnsley Foot Ball Club) is tegenwoordig ‘poet in residence’ van de politie in Humberside (het Engelse Olst-Wijhe). Zeg maar gerust: de eerste politiedichter.

Ed Schilders